Wegens succes herhaald: de voorjaarsbustocht van de Lidwinagroep door de bloeiende bollenstreek. De senioren van de Antonius Abtgemeenschap die dit dagje uit op uitnodiging van de Lidwinagroep voor zieken en ouderenbezoek meemaken zijn er ja na jaar enthousiast over. Weer of geen weer genieten van de velden met voorjaarsbloeiers in de comfortabele busjes van de Boodschappen Begeleidings Dienst heeft van velen de voorkeur boven een bezoek aan de Keukenhof.

Op naar Lisse

Maandag 24 april was het zo ver: na een kop koffie in de pastorie van de Antonius Abt vertrokken 21 gasten en gastvrouwen in drie busjes richting Lisse. We haalden kennis uit onze lagereschooltijd op over de geestgronden – zandgrond die door de boeren eeuwenlang is vertroeteld, ik hoor het mijn onderwijzeres nog zeggen, en zo de perfecte plaats geworden is voor de bollenteelt. Een teelt die het hele jaar doorgaat: eerst de voorjaarsbloeiers en dan de zomerbloeiers als dahlia’s, gladiolen en lelies.
We bewonderden de kleurenpracht van de lange bedden tulpen, narcissen en hyacinten. Hier en daar een proefveldje ogend als een lappendeken. Voor de tulpen was het hoogseizoen, de narcissen en hyacinten waren laatbloeiers.

Koffietafel 

Rond lunchtijd landden we aan bij hotel-restaurant De Engel in Lisse waar de tafel gedekt stond voor de koffiemaaltijd. Feestelijk is het samen eten, praten en je laten verwennen. We namen ruim de tijd voor al het lekkers.
Weer in de busjes vervolgden we onze tocht om na een poosje te stoppen bij een rijtje kramen met streekproducten: bossen tulpen en bloembollen in alle soorten en maten. Ook verkrijgbaar artikelen met een bloem zoals koelkastmagneten. Leuk voor de aanwezige verzamelaars onder ons.

 Terug langs de kust

Voor de terugweg kozen de chauffeurs een route over kleine wegen onder de kust en zo bereikten we om een uur of drie weer de pastorie aan de Scheveningseweg. Dank aan de chauffeurs voor de veilige reis en de Lidwinagroep voor de organisatie.
Nelly Oosthoek

Klik op de foto voor een groter formaat


fotografie: Ine Steenhoff