GLORIA IN EXCELSIS DEO…

In alle toonaarden – klassiek en modern – klinken die woorden met kerstmis in het rond – Gloria in excelsis Deo – maar op een kerstmarkt, net over de grens, waar ik een week geleden min of meer bij toeval aan de kraampjes voorbijging, zag ik ineens een aardige variant. Boven zo’n kraam met glitterdingen en kerstballen had de eigenaar in al zijn onschuld geschreven: Gloria in excelsius Deo… en met dat ‘celsius’ bracht hij mijn gedachten onbedoeld bij al datgene wat in de laatste tijd over ons heen is gekomen met betrekking tot de opwarming van de aarde en de zorg voor het klimaat.

En dat is niet eens zo heel vreemd. Want als er één thema is dat onze wereld dit jaar heeft beziggehouden, dan is het wel het klimaat. Zonder precies en in alle finesses te weten, wat Co2 en stikstof allemaal teweeg kunnen brengen, heb ook ik wel meegekregen dat er op dit punt iets belangrijks aan de hand is. Electrische auto’s, laadpalen in je eigen straat, huizen gebouwd zonder gasaansluiting, – het zijn allemaal items die de zorgen rond het klimaat dichter bij huis hebben gebracht.

O, zeker, ook in mijn omgeving zijn er mensen die mij verzekeren dat de opwarming van onze aarde en alles wat daarmee samenhangt fake-news is en door politici en beleidsmakers zwaar wordt overdreven, maar wie – ook als leek op dit terrein – goed luistert naar andere, toch óók heel verstandige, mensen zal moeten toegeven dat in onze dichtbevolkte wereld de zorg daaromtrent niet helemaal loos alarm is. Voor het weekblad Time was het in ieder geval reden genoeg om een Zweeds meisje van slechts 16 jaar uit te roepen tot persoon van het jaar. Zij doet mij denken aan dat kind – waarover de profeet Jesaia spreekt – dat zijn handje durft te steken in het nest van de slang. Ja, daar had Jesaia het over – al 500 jaar vóór de geboorte van Christus, – over een wereld van vrede, waarin de armen een eerlijk vonnis zouden krijgen, wolf en lam tezamen wonen, kalf en leeuw vriendschap sluiten en waarin een kind zijn handje kan steken in het nest van de slang. Voor mij heeft dat kind een naam gekregen: Greta Thunberg – een schelle stem, die onze wereld tot de orde roept.

Maar vandaag is er nog een ander kind tot ons gekomen: het ligt niet in een mooi opgemaakte wieg, maar in het stro van een kribbe, in doeken gewikkeld en verder enkel verwarmd door de adem van een paar dieren. Ook dát kind heeft zijn handje gestoken in de slangenkuil van onze wereld. Ook dát kind wil een ander klimaat – maar dan even niet over Co2 en stikstof – nee, Hij wil een ander klimaat onder ons mensen. Want daar is in deze tijden zeker zo veel, zo niet nog veel méér zorg voor nodig. Want – we merken het allemaal: onze wereld verruwt. Kalf en leeuw bestoken elkaar, wolf en lam liggen niet langer in één wei en de armen… zij krijgen géén eerlijk vonnis. In Libanon met zijn bevolking van viereneenhalf miljoen mensen / huizen nu ruim anderhalf miljoen vluchtelingen in tenten, opgevangen in de eigen regio, zoals dat heet, en voor Saudi Arabië moeten we gaan klappen, omdat vrouwen er nu auto mogen rijden.

Nee, het gaat niet goed met onze wereld. Mensen en landen worden eerder uit elkaar gespeeld dan samengebracht. Er zelfs door wat wij altijd wereldleiders noemden wordt er door een aantal van hen meer geschrééuwd naar elkaar dan naar elkaar geluisterd. Respectloze tweets vliegen door het luchtruim en evenals ‘goed voorbeeld’ krijgt nu helaas ook dat slechte voorbeeld tal van volgelingen, met als gevolg dat steeds meer mensen – en zelfs landen en regio’s – zich het liefst maar terug willen trekken op het eigen erf, handen over de eigen borst geslagen, in plaats van naar vormen van gemeenschap te zoeken.

Dat kind in de kribbe, voor wie wij vandaag onze liedjes zingen, is daar niet van! Hij wilde maar liever wat opzij van de mensenmassa geboren worden, niet tussen de druktemakers in Jeruzalem. Hij strekt zijn handjes naar ons uit! Hij is immers juist op aarde gekomen om samenhang onder mensen te brengen, om de verdeeldheid onder ons weg te werken. Hij wilde de mensen niet tegenover elkaar, maar naast elkaar, als broeders en zusters, als kinderen van dezelfde goddelijke Vader, en binnen een wereldgemeenschap waarin ieder mens telt, ongeacht kleur of ras of liefdespatronen, ongeacht verschillen in denken. Ja, daartoe is Hij gekomen: om een wereld op te bouwen waarin mensen elkaar dragen in plaats van beschimpen en elkaar genezen in plaats van besmetten. En daarom wilde Hij dat wij mensen ook weer eens naar boven zouden kijken in plaats van naar onszelf en dat we weer eens wat meer aandacht zouden hebben voor wat in de hemel is, dat huis van de liefde, die wereld van God. Ja, Jezus kwam naar de aarde opdat mensen weer eens zouden kunnen herontdekken, dat niet alleen Hij, maar alle mensen uit God geboren zijn, – ieder van ons kind van God, kind van de liefde en tot liefde bestemd; waardiger en heiliger dus dan zomaar een snuifje biologie, ja, – ieder van ons net zo heilig, eerbiedwaardig en onschendbaar als dat kind in de kribbe zelf. Daartoe is Hij ook in deze kerstnacht weer neergedaald in die slangenkuil van onze wereld. Want het moet beter, vindt God, – dat klimaat onder ons mensen.

Direct na zijn geboorte is Hij ermee begonnen: al rond zijn kribbel werden mensen samengebracht: herders en wijzen, Joden en niet-Joden, buurtbewoners en vreemdelingen, heiligen en zondaars. En heel zijn leven zou Hij daarmee doorgaan: liever aanraken dan afwijzen, liever vergeven dan veroordelen, liever samen verder dan ieder voor zich! Hij zou er zelfs zijn leven voor geven; zo rond zijn dertigste is Hij gekruisigd. Ook toen vond een farizeïsche wereld die mensen te soft of te lastig of te radicaal of te wat dan ook, – die volhardend en onverzettelijk opkomen voor de armen en de verschoppelingen en die de lat hoger dan anderen leggen voor het primaat van de liefde. Ze meenden Hem te kunnen doden, maar zijn stem is niet verstomt. Tot op vandaag roept Hij de wereld tot de orde: Hij zoekt een akkoord voor een beter klimaat onder ons mensen: Glorie aan God en vrede op aarde!

Lieve mensen, we hebben allemaal een vrije wil en zo zijn we door God ook bedoeld. We kunnen ons laten meeslepen met het waaien van de toevallige wind, we kunnen onbarmhartig zijn en onverschillig, we kunnen fouten maken en vervelend zijn, maar – laten we dat niet vergeten – we kunnen als mens ook geweldig zijn. We kunnen elkaar ook vergeven in plaats van naar elkaar te wijzen, we kunnen ook luisteren in plaats van beweren, we kunnen ook – ja, als het dan moet – ook drempels trotseren in plaats van angstig achterblijven. Want als mensen elkaar echt vinden kunnen er grootse dingen gebeuren en kunnen er wonderen van liefde ontstaan én schoon water voor hen die dat nog altijd niet hebben, én medicijnen die Alzheimer kunnen genezen, én kalf en leeuw weer tezamen én wolf en lam in één wei én de armen… uiteindelijk één eerlijk vonnis. Ja, dat is niet alleen mijn eigen bescheiden kerstwens aan u, het is vooral zijn wens: een nieuw klimaat onder ons mensen! Gloria in excelsius Deo!