OLV Onbevlekt Ontvangen
De Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen-kerk, ook wel Elandkerk of Elandstraatkerk genoemd, staat in het Zeeheldenkwartier.
Omstreeks 1865 werden in de zogenaamde ‘Veenpolder’ de eerste huizen gebouwd. De eerste straat kreeg de naam ‘De Riemerstraat’. De veenpolder was een uitgestrekt vlak weiland, ten noorden begrensd door het ‘Huis Zorgvliet’ en de Laan van Meerdervoort, ten oosten door de Veenlaan en het Noordeinde, ten zuiden door de gracht van de Noordwal en ten westen door de Beeklaan.
Op 8 december 1877 werd een hulpkerk van de Westeindeparochie ingezegend. De grond was gekocht door Prinses Sophia van Sacksen-Weimar voor f. 93.387,50,-. Op 5 juni 1878 richtte de bisschop van Haarlem officieel de parochie ‘Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen’ op. 8 juni 1890 werd de bouw van de nieuwe kerk aangekondigd.
De architect was N.Molenaar. Op 10 december 1890 vond de aanbesteding plaats voor f.203.949,-. De aannemer was B. Krijnen. Beide waren parochianen. Op 1 maart 1891 werd de eerste spade in de grond gestoken en op 8 juni de eerste steen gelegd. De kerk werd geconsacreerd op 1 december 1892.
De OLV Onbevlekt Ontvangen aan de Elandstraat is een driebeukige kruisbasiliek in neogotische stijl, voorzien van rechthoekige kapellen tegen de zijbeuken van het schip.
Aan weerszijden van de ‘west’ gevel twee torens met slanke naaldspitsen, opgaand van frontalen. Koor schip en dwarsschip hebben gemetselde luchtbogen. Schip en transept worden omgeven door galerijen, geopend naar de middenbeuk door spitsboognissen, waarin gekoppelde spitsbogen op deelzuiltjes met kleine roosvensters daarboven.
De scheibogen van het schip zijn rondbogig en rusten of forse, ronde pijlers met gebeeldhouwde kapitelen, van welker dekplaten schalkenbundels opgaan, waaruit zich de gewelfribben ontwikkelen. Bovenin de lichtbeuken bevinden zich venstertripletten, groepen van drie lancetvensters waarvan de middelste hoger is dan de andere twee. Aan weerszijden van het priesterkoor hoge zijkapellen, van het middenkoor gescheiden door ronde pijlers.
De zevenzijdig gesloten apsis heeft rijzige lancetvensters met daaronder scheibogen op gedrongen zuilen. De ‘oostpartij’ van de kerk, gevormd door de kruisingstravee met koor en transept, is in de plattegrond klaverbladvormig, hetgeen wil zeggen dat zowel het koor als de dwarsschiparmen veelhoekig gesloten zijn. De gehele kerk word overkluisd door gemetselde kruisribgewelven. Aan weerszijden van de eerste travee van het schip sluiten kapellen met veelhoekige sluitingen aan op de zijbeuken. De rechter daarvan is de doopkapel. In de westgevel een portaal met rondbogige archivolten, daarboven een roosvenster.
In 1972 werd de kerk op de voorlopige monumentenlijst geplaatst. In 1974 werd dit definitief. Van 1974 t/m 1982 is incidenteel het hoognodige onderhoud gepleegd, met gedeeltelijk rijkssubsidie. In 1980 berichtte het Ministerie van OC & W, dat er voorlopig geen subsidie meer mogelijk was.
In 1981 tot 1983 vond, gezien de slechte toestand van de daken, een noodherstel plaats. Tevens werd het urgente onderhoud uitgevoerd. Kosten f. 420.791,-. Het rijk gaf hierop alsnog subsidie. In de jaren 1984 tot 1986 zijn volledige restauratieplannen ontwikkeld in samenwerking met de Rijksdienst voor Monumentenzorg, de gemeente Den Haag en het bisdom Rotterdam
Het orgel is gebouwd in de jaren 1905/06 door de Gebroeders Franssen uit Roermond. Met zijn 43 stemmen, verdeeld over drie manualen en pedaal is het een van de grootste orgels die deze orgelmaker heeft vervaardigd.
Het is het derde orgel uit een serie van drie nagenoeg identieke instrumenten. De eerste twee stonden in resp. de St.-Christoffelkathedraal in Roermond en de St.-Franciscuskerk te Nijmegen. In 1945 werden deze twee orgels door bommen vernield, waardoor het Haagse orgel het enig overgebleven grote werk van de Gebroeders Franssen is.
Dit duidelijk romantische instrument verenigt op geheel aparte wijze Duitse, Franse en Engelse elementen met elkaar, terwijl het verbazingwekkend is om te horen dat de verschillende muzikale lijnen van barokmuziek uitstekend te volgen blijven.
Het orgel is nagenoeg origineel gebleven: slechts 2 van de 43 stemmen werden door andere vervangen, terwijl de buiten gebruik gestelde magazijnbalg met bijbehorende schepbalgen in de torenruimte zijn blijven staan.
In september 2007 is er begonnen met een omvangrijke restauratie van dit rijksmonument. Om deze restauratie te financieren werd er een Adoptieplan opgesteld, waarbij parochianen, oud-parochianen, orgelliefhebbers, concertbezoekers, bedrijven of andere organisaties een orgelpijp konden adopteren.
Op 15 mei 2011 werd het gerestaureerde orgel weer in gebruik genomen tijdens een feestelijk concert.